-
1 grandir
grandir [grãdier]1 groter worden ⇒ groot worden, (op)groeien♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) groter worden, (op)groeien2) vergroten3) veredelen -
2 agrandir
agrandir [aagrãdier]♦voorbeelden:1. v1) vergroten, uitbreiden2) veredelen2. s'agrandirv2) groter gaan wonen, uitbouwen -
3 grossir
grossir [groosier]3 toenemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) dikker worden/maken2) groter worden/maken3) toenemen4) (doen) wassen [rivier]6) overdrijven -
4 augmenter
augmenter [oogmãtee, ogmãtee]1 groter worden ⇒ vermeerderen, toenemen, stijgen♦voorbeelden:la vie augmente beaucoup • het leven wordt veel duurderaugmenter de 10 pour cent • met 10 procent stijgenaugmenter de volume • in omvang toenemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vermeerderen ⇒ verhogen, verlengen, in prijs doen stijgen♦voorbeelden:édition augmentée • vermeerderde drukaugmenter la force • versterken1. v1) vermeerderen, stijgen, toenemen2) verhogen, in prijs doen stijgen3) opslag geven2. s'augmentervgroter worden, zich uitbreiden -
5 croître
croître [krwaatr]〈 werkwoord〉1 groeien ⇒ wassen, groter worden, toenemen♦voorbeelden:croître de 10 pour cent • met 10 procent toenemencroître en beauté • steeds mooier wordenvgroeien, toenemen, wassen -
6 accentuer
accentuer [aaksãtuu.ee]1 de klemtoon, nadruk leggen op ⇒ beklemtonen, accentueren2 het toonteken, accent plaatsen op♦voorbeelden:1 sterker, heviger, groter worden ⇒ toenemen1. v2) benadrukken, beklemtonen3) vergroten, versterken2. s'accentuervduidelijker/sterker/groter worden, toenemen -
7 accroître
accroître [aakrwaatr]1 doen groeien ⇒ doen toenemen, vermeerderen1 (aan)groeien ⇒ toenemen, groter worden1. vdoen toenemen, vermeerderen2. s'accroîtrevtoenemen, groter worden -
8 centupler
-
9 amplifier
amplifier [ãpliefjee]1 versterken ⇒ vergroten, uitbreiden♦voorbeelden:1 sterker worden ⇒ groter worden, zich uitbreiden, toenemenv1) versterken, vergroten3) opblazen [relaas] -
10 étendre
étendre [eetãdr]1 uitspreiden ⇒ uitleggen, uitvouwen2 uitsmeren ⇒ uitstrijken, uitslaan3 uitbreiden ⇒ vergroten, uitstrekken over♦voorbeelden:étendre le linge • de was ophangenétendre un tapis sur le sol • een tapijt uitrollen♦voorbeelden:1. v1) uitspreiden2) uitsmeren3) uitbreiden, vergroten4) verdunnen, aanlengen5) neerleggen6) laten zakken2. s'étendrev -
11 pousser
pousser [poesee]1 duwen ⇒ drukken, (op)dringen3 zijn weg vervolgen ⇒ doorgaan, -rijden, -reizen♦voorbeelden:2 faire pousser • verbouwen, telen, kwekenlaisser pousser sa barbe • zijn baard laten staan4 faut pas pousser! • je moet niet zo overdrijven!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (voort)duwen ⇒ (voort)drijven, voortstuwen, schuiven2 aanzetten ⇒ aansporen, (aan)drijven4 uitstoten ⇒ slaken, uiten, zingen5 stimuleren ⇒ vooruitbrengen, bespoedigen6 vooruithelpen ⇒ begunstigen, steunen, pousseren8 voortgaan met ⇒ voortzetten, uitbreiden, verlengen♦voorbeelden:pousser la porte • de deur open-, dichtduwenpousser qn. dehors • iemand buiten (de deur) zettenpousser la plaisanterie trop loin • de scherts te ver drijvenpousser qc. à sa perfection • iets tot in de perfectie uitwerkenpousser l'amitié, la haine jusqu'à 〈+ onbepaalde wijs〉 • zover gaan met zijn vriendschap, zijn haat dat2 pousser un élève • een leerling vooruithelpen, stimulerenpousser des cris • een geschreeuw aanheffenpousser des gémissements • kermen, kreunen¶ pousser son avantage, ses succès • zijn voordeel uitbuiten, weten te benuttenpousser sa voix • zijn stem verheffen1 plaats maken ⇒ opschuiven, opschikken, opzij gaan3 zich opwerken ⇒ carrière, naam maken→ colv1) duwen, drukken2) groeien3) doorgaan4) overdrijven5) persen [bevalling]6) (voort)duwen7) aansporen8) uiten, slaken9) stimuleren10) krijgen [wortels]11) voortzetten -
12 quadrupler
quadrupler [k(w)aadruuplee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
13 décupler
décupler [deekuuplee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 ne faire que croître et embellir
ne faire que croître et embellirDictionnaire français-néerlandais > ne faire que croître et embellir
-
15 rapprocher
rapprocher [raaprosĵee]1 dichterbij brengen ⇒ bijeenbrengen, -plaatsen4 vergelijken ⇒ naast elkaar stellen, in verband brengen♦voorbeelden:ces lunettes rapprochent les objets • deze bril maakt de voorwerpen groter
См. также в других словарях:
Schlacht bei Bornhöved (1227) — Schlacht bei Bornhöved Darstellung der Schlacht in der Sächsischen Weltchronik (Manuskript aus dem 14. Jahrhundert … Deutsch Wikipedia
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Auge — 1. Ab Auge, ab Herz. (Luzern.) 2. Als das aug erfüllet, so ist dem bauch genug gethan. – Henisch, 152. 3. An den Augen sieht man, was einer ist und was er kann. 4. An den augen tevblein vnd in den hertzen tevflein. – Trymberg, Renner, um das Jahr … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Geist — 1. Alle guten Geister loben Gott den Herrn. – Eiselein, 216; Simrock, 3186. Im Morgenlande bestimmt man das näher und sagt: Die Christen loben Gott morgens. Holl.: Alle goede geesten loven den Heer. (Harrebomée, I, 211.) 2. Alle guten Geister… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Recht (Subst.) — 1. Alles, was das Recht erlaubt, thut man mit Recht. – Graf, 285, 6. Mhd..: Allez daz das reht irloubt, daz tut man wol mit rehte. (Daniels, 334, 43.) 2. Alt Recht und frischer Braten ist wohl zu rathen. Böhm.: Stará práva, čerstvá potrava –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Literatura de Surinam — La literatura de Surinam comprende las expresiones literarias orales y escritas del país suramericano de Surinam. Contenido 1 Literatura escrita 1.1 Siglos XVI y XVII 1.2 1700 1775 … Wikipedia Español
Johannes de Gorter — (auch Jan bzw. Johann de Gorter; * 19. Februar 1689 in Enkhuizen; † 11. September 1762 in Wijk bij Duurstede) war ein niederländischer Mediziner. Inhaltsverzeichnis 1 Leben und Wirken 2 Familie 3 … Deutsch Wikipedia
Sünde — 1. A dieu sünd, A dieu schand. – Gruter, III, 3; Lehmann, II, 32, 8; Simrock, 10030. 2. Alle Sünde büsst sich selbst. – Eiselein, 584. 3. Alle sünden geschehen freiwillig. – Franck, I, 72a; Simrock, 10015. Lat.: Omne peccatum voluntarium. (Franck … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Petrus Thaborita — Petrus Jacobi Thaborita (real name Peter Jacobusz van Bolsward) (Bolsward, 1450 1527) was a Frisian monk, historian and writer. He was most famous for his writings on the Frisian freedom fighter Pier Gerlofs Donia, and for writing down Donia s… … Wikipedia
Holländische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Kotzmannsreuth — ist mit derzeit 28 Einwohnern der kleinste Stadtteil von Creußen. Der Ortskern liegt auf einer Anhöhe, lediglich ein Haus liegt im Tal. Das Dorf kann seinen landwirtschaftlichen Ursprung nicht leugnen. Es wird dominiert von drei größeren Anwesen … Deutsch Wikipedia